Vorige week na het zwemmen kwamen Lars en Wil tijdens de “afterdive” in Café de Postbank op het idee om op maandag te duiken. Beiden konden ze niet op de gebruikelijke duik op zondag aanwezig zijn. Jan en Elly vonden dit een leuk idee zouden ook meekomen om van het te verwachten mooie weer te genieten en een oogje in het zeil te houden.
Eerst hebben ze een 20 meter opstijging geoefend. Daarna zijn ze weer afgedaald op een plaats waar het minder diep was om het onderwaterleven te bekijken. Omdat er onlangs een nieuwe soort grondel bij Den Osse is waargenomen wilden ze deze natuurlijk graag zien en op de foto zetten.
Dit is helaas niet gelukt, maar het werd een heerlijke duik in behoorlijk warm water (18 C) tot een meter of 10. Daarna werd het snel kouder en daalde de temperatuur tot 12 C op 20 meter. Hieronder kun je een aantal foto’s zien die genomen werden. Vooral de Zeedahlia (Urticina felina) was erg mooi om te zien. Hoewel anemonen zich kunnen verplaatsen zit deze bijna altijd op dezelfde plaats.
IJsduik
Nu vragen jullie je vast af waarom in de kop van dit stuk staat dat het een ijsduik is. In juni is dat toch niet mogelijk, zullen jullie denken. Het is eigenlijk heel simpel. Na het duiken hebben we natuurlijk een patatje gegeten en daarna een overheerlijk ijsje gegeten. Vandaar dus dat we een ijsduik hebben kunnen maken. Helaas is dit niet geldig voor de specialty IJsduiken, misschien dat de NOB dit kan aanpassen.
Vorige week las ik een bericht op Marktplaats dat er twee stabjackets gratis aangeboden werden. Ik was al bang dat ze weg waren en inderdaad was er al belangstelling voor getoond. Gelukkig voor onze vereniging wilde de geïntresseerde ze door verkopen om winst te maken. Dat was niet de bedoeling van de aanbieder.
Deze aanbieder, de heer (denk ik) Arnoldicus was bereid ze aan ons te doneren. Helaas woont hij in Enschede, maar tegen betaling van de verzendkosten wilde hij ze best opsturen. Gisteren kwamen de vesten aan en op deze foto kun je ze zien.
We kunnen ze goed gebruiken en ze zullen zeker ingezet worden in de opleiding.
Afgelopen zondag 16 juni doken we bij ’t Koepeltje. Dat is de eerste duikstek op Schouwen Duiveland aan de Noordzeekant. Aangezien het een flink stuk lopen is, waren Lars en Wil zo verstandig een steekwagentje mee te nemen om daar de zware spullen op te zetten en ze over het fietspad te rollen in plaats van op hun rug te zeulen. Wil is op zijn oude dag wijzer geworden en Lars is gezien zijn leeftijd waarschijnlijk een genie.
Wolkbreuk
De voorspelling was dat het wisselvallig weer zou worden en dat klopte… Net toen we wilden aankleden barste er een wolkbreuk los. Het droogpak van Anjo lag net uit de tas en Anjo was bijna klaar om erin te “klimmen”, toen hij in de auto sprong om tegen de regen te schuilen. Het droogpak liet hij op de grond liggen en dat was na de regenbui van binnen natter dan dat het normaal na het duiken is.
Zeehond
We weten niet of het door de wolkbreuk kwam, maar tijdens het omkleden werden we blij verrast door een Zeehond die in het haventje van West Repart zwom. Jan en Lars hebben nog geprobeerd (bovenwater)foto’s te nemen. Zoals beloofd zou ik deze nog bij dit stukje bijvoegen. Hierbij 2 foto’s. Zoek op het eerste plaatje naar de Zeehond en als je denkt dat je hem gezien hebt, kijk dan naar de tweede foto om te zien of je het goed had. Het is te ver weg om te zien of dit een Grijze zeehond, ook wel een kegelrob (Halichoerus grypus) genoemd, of een Gewone zeehond (Phoca vitulina) is.
Het duiken en foto’s
Lars en Ralph wilden een diepe duik maken, maar kregen er een beetje spijt van. Op 15 meter werd het water erg koud. Zo’n 10 graden. Brrr. Ze hebben wel lang en diep gedoken en zagen een Noord-atlantische dwerginktvis (Sepiola atlantica).
Anjo dook en oefende met Sebastiaan. Benjamin met Wil. Het oefenen ging lekker en Wil besloot na het oefenen de camera te halen en samen met Benjamin fotograferend de duik af te maken. Hieronder staan een aantal foto’s die Wil nam. Helaas geen Sepiola.
Afgelopen vrijdag 07-06-2024 is er een gecombineerde getijdenwater en een late avondduik (het was bijna een nachtduik geweest).
Buiten het eventuele gebruikelijke leven wat je bij Strijenham/Poortvliet ziet, zijn hierbij wat platvissen en sepia’s gezien. Helaas geen pijl inktvissen.
De duikers gingen even voor 21:30 uur te water en waren rond 22:10 uur weer uit het water en nog voordat het echt donker werd weer op het droge.
Afgelopen zaterdag 8 juni zat ik verveeld over de zenders van mijn televisie te zappen en zowaar er waren een tweetal (voor mij) leuke programma’s te zien. Het eerste was de documentaire “Grevelingen, het dode meer” dat op NPO 2 in het programma Focus uitgezonden werd. Dit programma kwam al langs in de groepsapp van de vereniging. Als je er meer over wilt lezen, klik dan hier.
Grevelingen, het dode Meer
In dit programma wordt aangegeven dat de Grevelingen op diepte zuurstof-arm is en de oorzaak hiervan wordt besproken. Op dit moment zijn er drie mogelijkheden:
In de Brouwersdam meer doorlaten plaatsen
De situatie laten zoals zij is
De Grevelingen omtoveren tot een zoet water meer
Al deze mogelijkheden worden besproken, zonder dat er een voorkeur voor één ervan uitgesproken wordt. Wel worden deze oplossingen met boeren en natuurbeheerders besproken waarbij de gevolgen (voor mens en natuur) van deze oplossingen genoemd worden.
Waarschijnlijk is deze uitzending nog wel terug te vinden op Uitzending gemist, of eventueel op You Tube.
Secrets of the Mediterranean
Op National Geographic werd Secrets of de Mediterranean uitgezonden. In dit programma worden de oude natuurdocumentaires die Jaques Yves Cousteau vanaf de Calypso maakte, vergeleken met beelden die nu onder water gemaakt worden. Het leuke is dat de jongste zoon van Cousteau, (Pierre-Yves Cousteau) aan dit programma meewerkt.
Voor een aantal van onze leden zullen de Medes eilanden bij Estartit in Spanje geen onbekend terrein zijn. Ook hiervan worden oude met nieuwe opnames met elkaar vergeleken en hoewel de Medes eilanden prachtig zijn, is er toch nog veel verschil tussen toen en nu.
Net als in de oude programma’s van Commandant Cousteau wordt niet alleen aandacht besteed aan de natuur onderwater, maar ook wordt er met mensen gesproken over hun belangen (visserij, toerisme) en hoe het verder moet met de Middellandse Zee.
Zeker doordat ik en veel andere leden van onze vereniging met de programma’s van J.Y. Cousteau opgroeiden roept dit veel nostalgie op en ik vond dit erg leuk.
Ik weet niet of dit een serie programma’s betreft, of dat National Geografic een site voor gemiste uitzendingen heeft. Ik denk dat het wel mogelijk is dat je via je t.v.box van Ziggo, of KPN het programma een weekje kunt terug kijken.
Ik vond deze programma’s in ieder geval de moeite waard om eens te vermelden. Als jullie ze kunnen terugkijken wens ik je veel kijkplezier.
Op 17 mei 2024 werd op deze site een bericht over de massale kreeftensterfte in de Oosterschelde geplaatst.
Omdat ik hier erg nieuwsgierig naar de oorzaak was, heb ik op 17 mei de Universiteit van Wageningen enige vragen per mail gesteld. Ik kreeg toen als reactie dat ik het beste contact met Dr.ir. J.W.M. Wijsman kon opnemen. Ik heb hem toen mijn vragen toegezonden. Maar daar bleef het niet bij. Ik heb dezelfde vragen aan Stichting Anemoon gezonden en ik moet zeggen dat ik de antwoorden van zowel de heer Wijsman als van de heer A. Gmelig Meyling (namens Stichting Anemoon) sneller ontving dan dat ik dit opvolgende verhaal schreef. Mijn excuses hiervoor. De antwoorden op mijn vragen heb ik verwerkt tot dit stuk.
Europese Zeekreeft of Oosterscheldekreeft?
Tijdens het inlezen voor het vorige artikel kwam ik regelmatig de benaming Oosterscheldekreeft tegen. Ik noemde die beesten eigenlijk altijd (Europese) Zeekreeft, dus voor de zekerheid heb ik nagevraagd of deze namen betrekking hebben op hetzelfde dier, of dat er werkelijk twee verschillende soorten zijn.
Gelukkig wordt het tijdens onze biologielessen niet verkeerd uitgelegd. De latijnse naam is Homarus gammarus en de Nederlandse namen worden door elkaar gebruikt. De naam Oosterscheldekreeft vooral voor commerciële doelen gebruikt. Ten slotte wil je in een Zeeuws restaurant graag een Zeeuwse specialiteit eten. Overigens worden er voor consumptie ook Amerikaanse Zeekreeften geïmporteerd, maar deze schijnen volgens Stichting Anemoon niet aan te slaan in de Oosterschelde.
De heer Wijsman attendeerde me nog op het onderzoek van MarinX, en de universiteiten van Exeter en Wageningen waaruit bleek dat je aan de genen van de kreeft kunt zien dat deze uit de Oosterschelde komt. Dit artikel noemde ik al in het vorige stukje, maar als je het nog een keer wilt nalezen, klik dan hier. Als je liever de (engelstalige) publicatie van de Universiteit van Exeter leest, klik dan hier.
Alleen de Oosterschelde?
Stichting Anemoon beschikt over aanwijzingen dat de kreeftensterfte in mindere mate ook in de Grevelingen en de Noordzee plaatsvindt. Daarnaast zou er in andere landen om ons heen ook kreeftensterfte plaatsvinden, maar het is niet zeker of dit dezelfde oorzaak heeft.
De Universiteit van Wageningen beschikt alleen over meldingen van massale kreeftensterfte in de Oosterschelde. In de Grevelingen zouden de kreeften nog levendig zijn.
Op zich kunnen we dit laatste beamen. Onlangs doken we met de vereniging op het Frans Kokrif en bij de parkeerplaats van Den Osse aan de Kerkweg en op beide plaatsen hebben we levendige kreeften gezien. Bij Den Osse zag ik er zelf een stuk of vijf tijdens twee duiken.
Alleen kreeften?
Het lijkt erop dat niet alleen de kreeften last hebben van deze massale sterfte. Ook andere kreeftachtigen lijken er ook last van te hebben. Volgens Stichting Anemoon wordt de Grote heremietkreeft minder waargenomen en worden er dode garnalen aangetroffen. Ook zijn er strandkrabben gemeld die nauwelijks bewegen als je ze oppakt.
Volgens de Universiteit van Wageningen is er in de Oosterschelde mogelijk ook sterfte onder scheldieren zoals mosselen, kokkels en Filipijnse tapijtschelpen. Het is niet duidelijk of dit dezelfde oorzaak heeft. Naast het onderzoek naar de kreeftensterfte wordt de sterfte van mosselen ook onderzocht.
Oorzaak bekend?
Op dit moment is het onderzoek naar de oorzaak van de massale kreeftensterfte nog in volle gang. Het onderzoek richt zich op ziektes (bacteriën en/of virussen) en zware metalen. Helaas is nog niet duidelijk wat de oorzaak ervan is en uit het tot nu toe gedane onderzoek kunnen nog geen voorzichtige conclusies getrokken worden.
Resultaat onderzoek
Voorlopig moeten we dus de resultaten van het onderzoek afwachten. Dit wordt te zijner tijd geplaats op de website van de Universiteit van Wageningen. Stichting Anemoon verwacht dat over ongeveer drie maanden meer informatie beschikbaar zal zijn. Waarschijnlijk is het dan nog te vroeg om de oorzaak te achterhalen, maar dan weet men wel welke (verdere) onderzoeken verricht zullen worden.
Wordt vervolgd
Als mij meer bekend is, zal ik jullie zeker op de hoogte houden. Mochten jullie iets eerder horen dan ik, laat het me weten.
De in dit artikel gebruikte foto’s komen uit ons eigen archief. Ze zijn allemaal genomen voordat de kreeftensterfte bekend was, dus als je iets bijzonders ziet, dan heeft dit waarschijnlijk niets met de kreeftensterfte te maken.
Jan maakte mij opmerkzaam op het feit dat in deze winter veel zeepaardjes aanspoelden. Deze werden door Ecomare én de oerrotterdamse dierentuin Blijdorp opgevangen.
De dieren zijn nu aangesterkt en door Stichting Anemoon uitgezet in onder andere de Oosterschelde. Hierover kun je meer lezen op deze link.
Het zal niemand ontgaan zijn dat er sprake is van een massale kreeftensterfte in de Oosterschelde. De media stonden er een aantal weken geleden nog vol van. Op de website van omroep Zeeland, staat vermeld dat hierover nieuw onderzoek gedaan wordt. Ook Zeelandnet heeft hier aandacht aan besteed.
Zelf zagen we vorig jaar bij Zijpe wekenlang een kadaver van een kreeft onder water liggen. Op zich is dit vreemd, omdat er genoeg aaseters in de Oosterschelde leven. Ook kreeften eten onder andere aas en dus ook dode soortgenoten.
In eerste instantie werd gedacht dat de kreeften ziek werden door bacterieën of een virus, maar tot op heden is dit nog niet duidelijk. Een andere theorie is dat de sterfte veroorzaakt wordt door de staalslakken die een paar jaar geleden gebruikt werden voor de dijkbescherming de oorzaak is. Deze staalslakken zouden een stof afscheiden als ze met (zee-) water in aanraking komen. Hierdoor worden de kreeften langzaam vergiftigd.
Niet alleen kreeften
Hoewel het duikseizoen nu pas begint, heb ik op 4 mei met Anjo een duik bij Dreischor gemaakt (zie één van de artikelen hieronder). Opvallend was dat we daar maar één kreeft hebben gezien. Normaal zie je er veel en veel meer. Ook zagen we geen heremietkreeften.
Dit bevestigt de berichten in de media. Niet alleen de Zeekreeft zou er last van hebben, maar ook de Grote Heremietkreeft, Gewone Strandkrabben en zelfs garnalen zouden inmiddels ook minder te zien zijn.
Bacterieën en/of Virussen
Zoals gezegd is het nog niet duidelijk waardoor de dieren ziek worden. Ik kan me voorstellen dat er sprake is van een bacterie, of virus en dat deze verspreid wordt door het eten van een kreeftenkadaver. Hierdoor zullen zeker de andere kreeften ziek worden, maar ook vissen en slakken eten de restanten van een dode kreeft op. Hoewel ik geen bioloog ben, denk ik dat andere dieren ook massaal zouden sterven als ze besmet vlees eten.
Staalslakken
Om eerlijk te zijn denk ik ook niet dat de Staalslakken de boosdoeners zijn. Staalslakken zijn restanten die overblijven bij het produceren van staal. Deze worden onder andere gebruikt voor het verzwaren en versterken van de dijken in Zeeland.
Als de staalslakken nat worden, dan zouden er volgens de Inspectie leefomgeving en Transport negatieve gevolgen kunnen zijn voor het mileu. Dit zou kunnen verklaren dat de kreeften ziek worden. Volgens mij werden de staalslakken een jaar of tien geleden voor het eerst massaal in de Oosterschelde gestort. Tegelijk werden toen de trappen bij de diverse duikplaatsen gemaakt. Ik denk dat veel van ons nooit over de stenen bij laag water hebben hoeven te klimmen om in de Oosterschelde te komen. Zo lang is het dus al geleden.
Ik denk hierom niet dat de staalslakken de oorzaak zijn. In dat geval zouden we al vrij snel na de dijkrenovaties hebben gezien dat de kreeften doodgingen. Ik verwacht ook niet dat het om een langzame vergiftiging gaat. Kreeften kunnen heel oud worden, maar het is vreemd dat dan plotseling veel kreeften tegelijk ziek worden en dood gaan. Voor zover mij bekend gaan zowel jonge als oude kreeften dood. Bij een langzame vergiftiging verwacht ik dat de sterfte gerekt wordt over jaren. Eerst gaan de zieke dieren dood. Ook verwacht ik dat zo’n langzame vergiftiging alle dieren zou treffen en niet specifiek de kreeftachtigen. Hiervan is geen sprake, dus ik denk ook niet dat de staalslakken de oorzaak zijn.
Andere oorzaken?
Op dit moment heb ik geen idee welke andere theorieën er zijn, maar ik zal een andere wilde theorie hierbij loslaten. De laatste jaren wordt er veel met Nitrox gedoken. In dit ademgas wordt de stikstof uit de lucht vervangen door een hogere concentratie zuurstof. Duikers ademen hierom minder stikstof uit. Zou dat de oorzaak kunnen zijn?
Zoals gezegd is dit een wilde theorie van mij die tijdens het schrijven van dit stukje in me opkwam, dus neem deze niet serieus. Toch ben ik nieuwsgiering of jullie een idee hebben. Ook als je er iets over hoort of leest in de media, laat het vooral weten. De Universiteit van Wageningen doet op dit moment verder onderzoek en heeft vissers gevraagd om zieke dieren mee te nemen zodat deze door haar verder onderzocht kan worden.
Onderzoek genen Oosterscheldekreeft
De universiteit van Exeter heeft in samenwerking met MarinX en Wageningen Marine Research DNA onderzoek naar kreeften gedaan. Dr.ir. J.W.M. Wijsman heeft hierover op de website van de Universiteit van Wageningen een artikel geplaatst. Als je dit wilt lezen, druk dan op deze link.
Hij geeft hierin aan dat de kreeften in de Oosterschelde genetisch afwijken van de kreeften uit de Noordzee. Dit houdt niet in dat het een andere soort betreft, maar net als bij mensen kun je aan de hand van de genen zien waar ze vandaan komen.
Op dit moment is het een mysterie is waar de Oosterschelde kreeften oorspronkelijk vandaan komen. De genen van de kreeftenpopulatie in Scandinavië wijkt bijvoorbeeld behoorlijk af van die van de Oosterscheldekreeft. Je kunt dus aan de genen zien of een kreeft wel of niet uit de Oosterschelde komt. Eén van de genetische veranderingen heeft als gevolg dat de Oosterschelde kreeft beter tegen een laag zuurstofniveau in het water kan dan kreeften die ergens anders wonen.
Het blijkt dus dat de populatie Oosterschelde kreeften dus geïsoleerd is van de andere kreeftenpopulaties in de Noordzee. Hierdoor wisselen ze minder genen uit met andere populaties en ontstaat er mindere variabiliteit van de genen.
Een grote variabiliteit van de genen (denk bijvoorbeeld bij mensen aan een lichte of donkere huid) vergroot de veerkracht van een soort. Mensen met een donkere huid kunnen beter tegen de zon dan mensen met een lichte huid. Omdat er minder verschillende genen uitgewisseld worden, is een afgezonderde populatie gevoeliger voor veranderingen dan een populatie met een grotere genenpoel. Op dit moment is het niet bekend wat de oorzaak of welke verandering de massale sterfte veroorzaakt. Hierom kunnen we er op dit moment erg weinig aan doen. In het stuk geeft Wijsman aan dat de onderzoekers adviseren het kreeftenbestand in de Oosterschelde nauwkeurig te monitoren.
Ik denk dat de kreeftenvissers met ongeduld op de resultaten van het onderzoek van de Universiteit van Wageningen zitten te wachten. Pas als de oorzaak bekend is, kunnen er maatregelen genomen worden. Als mijn theorie per ongeluk juist blijkt te zijn, dan krijgen we ongetwijfeld een verbod om met Nitrox te duiken.
Voorlopig is het ook voor ons afwachten en ik hoop dat we op korte termijn meer weten over de oorzaken van de kreeftensterfte.
Zo kom je er nooit en zo kom je binnen twee maanden twee keer bij Todi. Op Goede Vrijdag dit jaar waren we al in Todi. Hieronder kun je een verslag met foto’s van dit eerdere bezoek lezen. Helaas kon toen niet iedereen mee. Daarom zijn we gisteren opnieuw naar Todi gegaan. Zodat de geïntresseerden dit alsnog konden meemaken.
Er was veel belangstelling voor deze mogelijkheid. Jan en Elly hebben gesnorkeld. Anjo, Benjamin, Daisy, Jesse, Justin, Sebastiaan en ik (Wil) doken. Maar bij deze negen personen is het niet gebleven. Marionne en Pieter (de ouders van Benjamin en Sebastiaan) kunnen duiken en doken mee. We waren dus met 11 personen. Benjamin, Sebastiaan en Justin maakten hun eerste duik dieper dan de gebruikelijke drie meter in ons eigen zwembad. Met al die vissen en neergezette objecten is dat een heel leuke ervaring.
De indeling van Todi was gelukkig niet veranderd, zodat Anjo en ik er de weg nog wisten. Daisy en ik hebben opnames gemaakt, zodat ik hoop dat er een video uit gemonteerd kan worden. Vooralsnog staan bij dit artikel een aantal foto’s de ik genomen heb.
Het was weer erg leuk en één van de hoogtepunten was dat tijdens het duiken de vissen gevoerd werden. We waren niet de enigen in het zwembad. Er waren ook een aantal freedivers en zelfs zeemeerminnen. Van deze laatsten heb ik geen foto’s kunnen nemen. De accu van mijn fototoestel was na een uur duiken leeg.
Na zo’n anderhalf uur duiken zijn Justin en ik het water uitgegaan. We wilden weer naar de Fritmijn om een hapje te eten, maar deze was helaas nog gesloten. We hebben toen een andere mogelijkheid gezocht en gelukkig was Coka Snacks wel open.
Al met al was het weer een leuke dag en dit is een goede gelegenheid om na de winterstop weer aan het water en dieren te wennen. Dus komende winter weer??????
Een aantal maanden geleden heb ik een nieuw droogpak gekocht. Helaas ben ik er niet aan toe gekomen om dit uitvoerig uit te proberen. Eindelijk hadden Anjo en ik op 4 mei de mogelijkheid om dit te doen. We deden dit op het Frans Kokrif bij Dreischor en voor ons is het duikseizoen geopend.
In de media staan op dit moment regelmatig berichten dat de kreeften door een of andere onbekende ziekte getroffen worden en dat er veel dode en slecht bewegende kreeften gezien worden. Tijdens deze duik zagen we gelukkig al snel een goed bewegende kreeft in één van de reefballs zitten. Voor zover we konden beoordelen was deze gezond. Helaas zagen we geen andere kreeften. Dus voor het eerst sinds jaren lijkt het erop dat de Zeekreeft weer zeldzaam wordt.
Ook hadden we al begrepen dat op dit moment Heremietkreeften zelden gezien worden. Het lijkt erop dat dit juist is, want we hebben geen heremietkreeften gezien. Ik weet het niet, maar het zou me niet verbazen als zij ook last hebben van dezelfde ziekte als de Zeekreeften.
Gelukkig was er nog veel te zien. De Grevelingen begint weer te kleuren. Ook zagen we veel grondeltjes. Ik weet niet welk soort, maar Anjo kon een redelijke foto van één maken.
Wat ons betreft is het duikseizoen weer begonnen. Afgelopen zondag 5 mei waren Lars, Ralph en Anjo aan het duiken bij de Zeelandbrug. Ze hoopten er Sepia’s te zien. Helaas was het zicht erg slecht. Ralph zag er een paar, maar door een misverstand zwom Anjo door en kon Ralph de inktvissen niet meer terugvinden. Hopenlijk komen we ze dit jaar nog tegen.
Het duikseizoen begint net en hoewel we aanstaande zondag bij Todi duiken, zullen we nog vaak in de Grevelingen en Oosterschelde duiken dit jaar. Hopelijk zien we veel moois.
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Strikt noodzakelijke cookies
Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.
Als je deze cookie uitschakelt, kunnen we je voorkeuren niet opslaan . Dit betekent dat elke keer dat je deze site bezoekt het nodig is om cookies weer in te schakelen of uit te schakelen.